Omkeringen

Een akkoord kan in de basispositie staan of in verschillende omkeringen. Dit heeft betrekking op welke toon het laagst staat en welke het hoogst. Vooral op de piano is het belangrijk om hiertussen te kunnen schakelen. Niet alle akkoorden staan dus in de basispositie, omdat dit niet altijd even goed klinkt. Dat een akkoord in een omkering staat, heeft niet per se iets te maken met de bastoon. Op de piano bv. kan heel goed met de rechterhand een akkoord in de eerste omkering gespeeld worden en nog steeds de grondtoon in de bas met de linkerhand.


Basispositie

Bij een akkoord in de basispositie ligt de grondtoon het laagst. Als je het akkoord vanaf de diepste toon leest, is de volgorde: grondtoon - terts - kwint.
Voorbeeld: C in basispositie: c – e - g

Eerste omkering

Bij een akkoord in de eerste omkering ligt niet de grondtoon het laagst, maar de terts. De grondtoon ligt een octaaf hoger, waarmee het nu de hoogste toon is. Als je het akkoord vanaf de diepste toon leest, is de volgorde: terts - kwint - grondtoon.
Voorbeeld: C in de eerste omkering: e – g – c

Tweede omkering

Bij een akkoord in de tweede omkering ligt de kwint het laagst. Zowel de grondtoon als de terts liggen een octaaf hoger vergeleken met de basispositie. Als je het akkoord vanaf de diepste toon leest, is de volgorde: kwint - grondtoon - terts.
Voorbeeld: C in de tweede omkering: g – c - e

Meer omkeringen

Bij een vierklank kan een derde omkering van het akkoord plaatsvinden, waarbij de vierde toon het laagst ligt.
Voorbeeld: C7 in derde omkering: Bb – c – e – g
Op dezelfde manier kent de vijfklank een vierde omkering, enzovoorts.
Benieuwd over meer muziektheorie - dat kan bij Muziekonderwijs.nl - hier.

Wil je deze muziektheorie graag toepassen in de praktijk? Bekijk de pianolessen en gitaarlessen bij jou in de buurt.